Uitgeverij De Woudezel



Paracelsus:

Wat ons ziek en gezond maakt
Volumen Paramirum


Tweetalig
Vertaling en voetnoten: Elke Bußler
220 pagina’s
Ingenaaid gebrocheerd
Formaat: 15 x 22 cm
ISBN: 978-90-806875-2-3
Eerste druk Pinksteren 2004
1000 genummerde exemplaren
Prijs: EUR 30,00

Oorspronkelijk bevat dit boek geen inleiding. Inmiddels zit er een inleiding bij in de vorm van een losse brochure. Bekijk hier een aantal pagina's (pdf).
CoverVP.jpg



Dit is een van de vroege werken van Paracelsus, de basis voor alles wat erna komt. Hij schetst het ruimst mogelijke kader van al wat met ziekte en genezing te maken heeft, maakt de balans op van de geneeskunde tot zijn tijd, en kiest daarin zijn eigen plaats. Alle ziekten hebben hun oorsprong in een van de vijf entia, dat wil zeggen, vijf sferen of gebieden die bij elkaar alles omvatten wat op de gezondheid van de mens kan inwerken.

Ens astrale. Dit heeft niets te maken met de gebruikelijke astrologie, maar met het geheimzinnige Meteoron, even onmisbaar voor ons als de lucht, een voorwaarde voor al het leven en zelfs voor het bestaan van het firmament. Dit M. kan deels vergiftigd worden door 'uitwasemingen van de sterren'. Zo kan de sfeer vergiftigd worden waarin we leven; niet iedereen wordt er echter ziek van.
Het astrum heeft te maken met het wezen en de structuur van de tijd, zowel in het groot als ook met betrekking tot een mensenleven (geschiedenis; lotsbestemmingen).
Concreet valt te denken aan besmettelijke ziekten, epidemieën.

Ens veneni. Alles wat we in ons opnemen, is tegelijkertijd voedsel en gif. Onze inwendige alchemist moet dit scheiden. Als we te veel binnenstoppen van dingen die niet goed voor ons zijn, kan de alchemist het niet meer bolwerken, en in plaats van de nodige omzetting komt het tot rotting. Het gaat uiteraard niet alleen om materiële zaken, maar ook om de indrukken die we ontvangen. Verzieking door troep in het eten, genetisch gemanipuleerd voedsel, milieuvervuiling, en al wat er via school, TV, internet enzovoorts binnenkomt. Wat iemand aankan en wat vergif is, is natuurlijk individueel verschillend.

Ens naturale. De mens als microkosmos. Een autonome wereld, maar er werken dezelfde krachten als in de macrokosmos. Van alles wat we in de grote wereld zien, bestaat er een equivalent in de mens. Wanneer de planeten en andere sterren aan het lijfelijke firmament van hun vaste – geestelijke – baan afraken, ontstaat er ziekte.
Hierbij gaat het om de constitutie, om een aangeboren aanleg voor bepaalde soorten ziekten. De erfelijkheid speelt er dus een grote rol in.

Ens spirituale. Door middel van geesten die de mens creëert, kan hij zichzelf en anderen ziek maken. Wat Paracelsus geest noemt, is het onzichtbare gedeelte van de natuurlijke werkelijkheid; niet het goddelijke. Een geest is een wezen dat wordt geboren uit onze gemoedsbewegingen, uit onze wil; bijvoorbeeld waanvoorstellingen. Deze geesten kunnen met elkaar vechten en elkaar verwondingen toebrengen, en dan wordt ook het lichaam van de betreffende mens geraakt. Maar ook inwendige ziekten kunnen op deze wijze ontstaan. In zo'n geval moet niet het lichaam worden behandeld, maar de geest.

Ens dei. Dit laatste ens gaat over het eeuwige. Ziekten vanuit het ens dei zijn plagen, die speciaal door God worden gestuurd. Een dergelijke ziekte is een 'vagevuur', en dat wil zeggen: een louteringsproces, een levensles. Genezing kan pas plaatsvinden als de les is geleerd. Ook de beste arts zal pas succes hebben wanneer de tijd er rijp voor is. In de sfeer van het ens dei wordt vooral een beroep gedaan op de verantwoordelijkheid van de patiënt zelf: die moet 'geloof' hebben – en geloof betekent: vertrouwen, en trouw. Maar dan niet in de medische wetenschap, maar in God; ook in de eigen goddelijke wezenskern.


Alleen als de mens in dit geheel wordt geplaatst en zijn ziekzijn van daaruit wordt begrepen, kunnen genezende daden een begin tot omzetting vormen. En pas wanneer 'de tijd er rijp voor' is. Dat wil zeggen: wanneer de betekenis van dit ziekzijn in denken, voelen en willen is begrepen.

De vijf antwoorden hierop, de geneeswijzen, liggen deels in overeenkomstige sferen, maar kunnen niet automatisch, één op één, bij de vijf oorzaken worden ingedeeld. Heel in het kort:

Naturales behandelen op basis van tegenstelling, dus warmte tegen koude enzovoorts, zoals Galenus en Avicenna, dus het hele toen nog steeds heersende systeem. Antipathie, met een uitdrukking van Hahnemann.

Specifici behandelen op grond van specifieke eigenschappen. Paracelsus noemt het aantrekken van ijzer door een magneet als specifieke werking. Empirici. Bijv. het gebruik van kleren van een bepaalde stof.

Characterales genezen door hun karakter, door de macht en kracht van hun persoonlijkheid; door het woord. Voorbeeld: Albertus Magnus. Psychotherapie.

Spiritales werken met behulp van de geesten van de kruiden, op basis van overeenkomst. Hippocrates. Homeopathie. Ook een groot deel van het werk van Paracelsus valt hieronder.

Fideles genezen door middel van het geloof, zoals Christus en zijn discipelen hebben gedaan. Genezing op basis van de imitatio Christi; onvoorwaardelijke trouw aan jezelf. Alchemie en spagyriek.